dinsdag 11 september 2012

Fietstocht Zaandam naar Ménessaire

Verslag van Leo
Toen Judith en ik, samen met Ton en Josien tijdens de meivakantie met de auto naar Frankrijk reden om daar aan ’t werk te gaan, dacht ik hetzelfde als destijds op weg naar Tsjechië: Je zou dit op de fiets moeten doen! En dan niet zo snel mogelijk via de kortste weg, maar de mooiste route en er de tijd voor nemen. In plaats van ca. 800 km. werden het er nu 1250! Maar als je geniet kan het niet lang genoeg duren. Dirk, mijn kleinzoon van 19, hoorde van dit plan en vroeg meteen: “Opa, kan ik mee?” “Natuurlijk kun je mee, maar wél op je eigen fiets en ik moet Ton nog vragen of hij het goed vindt dat wij dan samen met hen met de auto kunnen terug rijden met onze fietsen in de aanhanger. Dit was gelukkig geen probleem.
                        

Vanaf dat moment begonnen we met serieuze voorbereidingen. Eerst een fiets voor Dirk geregeld en via internet het boek van Paul Benjamins “Eindhoven – Dijon” ( het eerste deel van de route Eindhoven – Barcelona ) besteld, waarin o.a. mooie fietsroutes, gedetailleerde kaarten en campings vermeld stonden. Na enkele “testritten” met Dirk van ca. 150 km. per keer, soms met regen en kou, stelden we de datum van vertrek vast. Wegens ongeduld van Dirk vertrokken we zelfs een dag eerder. Met een minimum aan bagage reden we de 1e dag, in een fijne motregen, van Zaandam naar Vught. Daar de tent opgezet en de volgende dag begon, volgens ons boek, onze tocht. We arriveerden al vroeg in Eindhoven, waar het meteen al mis ging; in die chaotische stad vonden wij niet de borden, die ons de weg moesten wijzen en al gauw reden we op de kaarten van ons zelf. Pas de volgende dag, ergens ver in België  pakten we, na wat voorlichting van een medefietsreiziger, het routeboek weer op. Vanaf dat moment ging het goed. Tot Dijon, waar Paul B. stopte.  Daarna zochten en vonden we op onze eigen kaarten zelf de weg naar Ménessaire. We waren op dinsdag vertrokken en kwamen de week daarna op donderdag om half twaalf bij Ton en Josien aan. Bijna constant mooi weer en prachtige routes, waarvan vele tientallen kilometers over tot fietspad verbouwde spoorbanen. Ook reden we langs de oevers van de Moezel, Maas en Saône. Over jaagpaden, klinkerpaadjes of helemaal niets; gruis, grint en  ander ongerief. Maar altijd interessant en verder totaal geen verkeer













We zagen tientallen uitgestorven dorpen en dito landwegen. Vossen kruisten ons pad evenals  hermelijnen, hazen en roofvogels en had één keer ’s morgens vroeg zelfs een jonge ree voor mijn wiel. Dit alles springlevend en niet, zoals bij ons, platgereden. Af en toe reden we verkeerd, maar het leuke was dat je dat mooie stuk dan nogmaals zag … Dirk dacht daar echter anders over. Pech hebben we niet gehad, behalve bij mij twee gebroken spaken in Verdun. Maar dat is een verhaal apart, evenals het tijdelijk wegraken van ons routeboek. Maar alles kwam weer goed. De laatste kilometers naar Ménessaire waren voor mij bekend terrein, maar hakte er nog flink in; een  lange klim van vele kilometers. Het is dan een vreemde gewaarwording als je op je fietsie vanuit de Meidoorstraat plotseling de stek van Ton en Josien voor je ziet. Bezweet en vermagerd werden we onthaald met wijn, kaas en lekkere broodjes. Iets dat we tijdens onze tocht, die we uitsluitend reden op stokbrood, water, rijst en fruit, niet hadden gehad.  



Maar dankzij de culinaire kwaliteiten van onze gastheer en vrouw waren we bijna weer op gewicht en kunnen terugzien op een fantastische tocht met daarna  nog enkele dagen op het “Landgoed” in een voor ons weldadige rust en stilte. Een aanrader!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten