Verslag van Leo
Toen Judith en ik, samen met Ton
en Josien tijdens de meivakantie
met de auto naar Frankrijk reden om daar aan
’t werk te gaan, dacht ik hetzelfde als destijds op weg naar Tsjechië: Je zou
dit op de fiets moeten doen! En dan niet zo snel mogelijk via de kortste weg,
maar de mooiste route en er de tijd voor nemen. In plaats van
ca. 800 km. werden het er nu 1250! Maar als je
geniet kan het niet lang genoeg duren. Dirk, mijn kleinzoon van 19, hoorde van
dit plan en vroeg meteen: “Opa, kan ik mee?” “Natuurlijk kun je mee, maar wél op
je eigen fiets en ik moet Ton nog vragen of hij
het goed vindt dat wij dan samen met hen met de auto kunnen terug rijden met
onze fietsen in de aanhanger”. Dit was gelukkig geen probleem.
Vanaf dat moment begonnen we met serieuze voorbereidingen. Eerst een fiets voor
Dirk geregeld en via internet het boek van Paul Benjamins “Eindhoven – Dijon”
( het eerste deel van de route
Eindhoven – Barcelona ) besteld, waarin o.a. mooie fietsroutes, gedetailleerde kaarten
en campings vermeld stonden. Na enkele
“testritten” met Dirk van ca. 150 km. per keer, soms met regen en kou,
stelden we de datum van vertrek vast. Wegens ongeduld van Dirk vertrokken we
zelfs een dag eerder. Met een minimum aan bagage reden we de 1e dag, in een fijne motregen, van
Zaandam naar Vught. Daar de tent opgezet en de volgende dag begon, volgens ons boek, onze tocht. We arriveerden al vroeg in
Eindhoven, waar het meteen al mis ging; in die chaotische stad vonden wij niet
de borden, die ons de weg moesten wijzen en al gauw reden we op de kaarten van
ons zelf. Pas de volgende dag, ergens ver in
België pakten we, na wat voorlichting van een
medefietsreiziger, het routeboek weer op.
Vanaf dat moment ging het goed. Tot Dijon, waar Paul B. stopte. Daarna zochten
en vonden we op onze eigen kaarten zelf de weg naar Ménessaire. We waren op dinsdag vertrokken
en kwamen de week daarna op donderdag
om half twaalf bij Ton en
Josien aan. Bijna constant mooi weer en
prachtige routes, waarvan vele tientallen kilometers over tot fietspad verbouwde
spoorbanen. Ook reden we langs de oevers van de Moezel, Maas en Saône. Over jaagpaden, klinkerpaadjes of helemaal niets;
gruis, grint en ander ongerief. Maar altijd
interessant en verder totaal geen verkeer.
Maar dankzij de culinaire
kwaliteiten van onze gastheer en vrouw waren we bijna weer op gewicht en kunnen
terugzien op een fantastische tocht met daarna nog enkele dagen op het
“Landgoed” in een voor ons weldadige rust en stilte. Een aanrader!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten